Jeetje, wat ben ik eraan toe zeg! Van de week gaat het noorden met vakantie en de rest van het land zal snel volgen. Eindelijk mijn accu opladen die inmiddels al een tijdje rood knippert, languit in de tuin, bbq aan en …..In mijn gedachten dan. Mijn eerste drie weken vakantie loopt meestal uit op last van zeurende verveelde pubers, aangebrand vlees op de bbq en als ik eindelijk languit in mijn stoel zak, mag ik genieten van een zon achter de wolken of een lokale regenbui. Wat betreft ben ik niet geboren voor het geluk!
Door heel de corona tijd voelen de vakanties net als de afgelopen tijd allemaal een beetje vreemd aan. Zelf gaan we naar Nederland op vakantie wat het allemaal een stuk makkelijk maakt voor mijn gevoel. Meestal maken we zoals altijd een lijstje waar mee we rekening moeten houden met een camping zoeken. Natuurlijk weten hun niet dat ‘vissen’ bovenaan het lijstje staat maar ze moeten natuurlijk ook niet alles weten. Meestal zien we de kids van geen hele dag en zitten wij als een stel bejaarden voor de tent dus een simpel viswatertje is dan ook zeker een must.
Meivakantie
Natuurlijk ging zoals bij vele ook onze trip naar Frankrijk niet door. Maar in deze week zijn mijn kids altijd bij hun papa en voor mij echt mijn enigste week dat ik echt eens een hele week aan het water kan zitten. Als een soort-mini vakantie zie ik het altijd maar. Maar ja, aangezien we maar een aantal km van de Belgische grens wonen en allang blij waren dat we na een lokale boodschap of tankbeurt niet in quarantaine moesten werd die mini vakantie ons toch wat lastig gemaakt.
Dan maar een thuiswater
De weken voor onze mini vakantie hebben we een soort survival tocht gemaakt in ons eigen stukje Nederland. Het was nu ook weer niet zo dat onze leefomgeving waar we normaal van A naar B doorheen rijden ineens leek op een soort Venetië maar wel op plekken geweest waar ik echt nog nooit geweest was. Uiteindelijk samen met ons maatje Erik die inmiddels bij de inboedel behoort als we op vakantie gaan een lokaal watertje gevonden waar we onze week wel vol kunnen maken. Moeilijk water maar alleen al voor de natuur en de rust zat je er prachtig. Als we dicht bij huis vissen ga ik altijd elke dag even naar huis om te douchen, niet omdat het moet maar gewoon omdat het kan!
Ondanks dat het mijn beurt was en het toch stil was ging ik ook deze keer heel even naar huis. Ondanks ik allang weet dat ik niet voor het geluk geboren ben vonden ze het toch nodig om het nog even te bewijzen. Ik denk dat de auto nog geen 10 meter had gereden en Edwin had zijn eerste sprint getrokken naar de hengels. Een mooie schub mocht samen met Edwin op de foto.
Nog steeds mijn beurt
Ach ja, ik had gedoucht en het was nog steeds mijn beurt. Niks kon nu meer fout gaan toch? Zal ik jullie nog een keer uitleggen dat ik niet voor het geluk geboren ben? Inderdaad, ’s nachts werd ik wakker van 1 piep, totaal geen fluiter. Zou die gaan doorpakken of bleef het stil? Het bleef niet stil, maar zover ik weet piepen mijn Delkims niet met een stem Patje, Patje, kom snel! Nope, het was Edwin met een spiegel onder de waterkant. Van een slapende muts veranderde ik binnen ongeveer 10 seconden fabelachtig wezen die je liever niet tegen wilt komen. Vreselijk toch, het was mijn beurt en ook nog eens mijn PR.
Edwin die op dat moment als een soort van droopy aan de waterkant stond gunde ik natuurlijk wel zijn PR. Hij wilde alleen maar druk op de lijn houden tot ik er was en dat die vis meteen naar de kant komt zwemmen heeft puur met mijn ongeluk te maken!
Laatste kans
Lichtelijk geïrriteerd en de eerste voet al in de auto voelde deze week echt als een ramp qua visserij. Maar bij de gedachten dat er in twee dagen nog veel kan gebeuren kon ik me vinden. Met nog een beetje genieten van de rust en natuur was natuurlijk niks mis. De twee dagen verstreken dan ook met met deze rust totdat bij het opruimen een van de Delkims een flinke fluiter gaf en jawel…ik stond ernaast. Meteen rukte ik de hengel uit de Delkim en eindelijk stond ik mijn lang verlangde karper te drillen. Maar niet voor lang helaas, alsof ze het aanvoelden en ongeluk op de proef stelden, zwom de karper zonder te aarzelen meteen naar het riet en was er niks meer tegen te beginnen.
Zo gefrustreerd als je maar zou kunnen zijn heb ik mijn waadpak aangetrokken en naar voor mijn gevoel de plek des onheils gelopen. De vangst was een stuk riet en geen karper meer te vinden. Gelukkig kan ik op de vraag of ik nog hengels heb beantwoorden met ‘nog net’ en hebben inmiddels ook alweer aan de waterkant gestaan.
Advertentie: